Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet arbeid en zorg

 

Artikel 1 5
Tenzij anders is bepaald, wordt voor de toepassing van deze wet verstaan onder:
a
werkgever: degene die een ander krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid laat verrichten;
b
werknemer: de ander, bedoeld in onderdeel a;
c
winst uit onderneming: de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5, van die wet;
d
dienstbetrekking: een dienstbetrekking in de zin van de Ziektewet;
e
aanmerkelijk belang: aanmerkelijk belang, als bedoeld in hoofdstuk 4, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
f
inkomsten uit tegenwoordige arbeid: het gezamenlijke bedrag van:
1
het belastbaar loon uit tegenwoordige arbeid, bedoeld in afdeling 3.3, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
2
het belastbaar loon ter zake van het in Nederland verrichten van arbeid, bedoeld in afdeling 7.2, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
3
het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in afdeling 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001; en
4
het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in Nederland, bedoeld in afdeling 7.2, van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Het begrip loon

Artikel 1 5
1
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
2
Voor de toepassing van deze wet is sprake van ongehuwd samenwonen als twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in de eerste volzin is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding danwel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
Overige begrippen

Artikel 1 5
1
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
a
Arbeidsongeschiktheidsfonds: het fonds, bedoeld in artikel 112 van de Wet financiering sociale verzekeringen;
b
Algemeen Werkloosheidsfonds: het fonds, bedoeld in artikel 93 van de Wet financiering sociale verzekeringen;
c
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
d
Centrale organisatie werk en inkomen: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
e
militaire ambtenaar: de militaire ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de Militaire Ambtenarenwet 1931;
f
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2
Voor de toepassing van deze wet is sprake van ongehuwd samenwonen als twee ongehuwde personen een gezamenlijke huishouding voeren. Van een gezamenlijke huishouding als bedoeld in de eerste volzin is sprake indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding danwel op andere wijze in elkaars verzorging voorzien.
3
Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder levensbedreigend ziek: de gezondheidssituatie die zo ernstig is dat volgens objectieve medische maatstaven het leven van de persoon op korte termijn ernstig gevaar loopt.
Gelijkstelling met een collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 1 5
Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt met een collectieve arbeidsovereenkomst gelijkgesteld een regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan.
Werkingsduur, regeling bestuursorgaan of regeling met ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging

Artikel 1 5
Voor de toepassing van de artikelen 4:7 en 5:16 geldt een afwijkende regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan of een afwijkende regeling waaromtrent de werkgever schriftelijk overeenstemming heeft bereikt met de ondernemingsraad, of bij het ontbreken daarvan, met de personeelsvertegenwoordiging, voor vijf jaren vanaf het tijdstip waarop die regeling ingaat, indien geen termijn van ten hoogste vijf jaren is bepaald. Indien geen termijn is bepaald gaat bij wijziging van de regeling waarvan de in de eerste zin bedoelde afwijking deel uitmaakt binnen het in die zin bedoelde tijdvak, ten aanzien van de afwijking een nieuw tijdvak in op het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •